De tijd van de Grieken en Romeinen 500 v. chr. tot 500 n. chr.
Grieken
De klassieke Grieken staan erom bekend dat zij een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het ontstaan van de wetenschap. Voortbouwend op de wetenschap uit onder meer het oude Babylon dachten rationeel denkende filosofen zich over de vraagstukken die te maken hadden met de natuur, kruiden, ziekten en het heelal.
Griekse wetenschappers hadden al door dat de zoethout kon helpen bij kwalen als een zere keel of maagpijn. Een van was de bekende arts Hippocrates.
We weten dat mensen soms op de wortels zelf kauwden. Zo is er een verhaal bekend dat de soldaten van Alexander de Grote dat deden om zo hun dorst tegen te gaan. Maar we weten ook dat ze het 'dropwater' in lieten koken tot er grote blokken harde drop ontstonden. Deze drop was zeer sterk van smaak, en kon in kleine stukjes in de mond worden genomen.
Romeinen
In de 3e eeuw voor Christus veroverden de Romeinen Griekenland. De Romeinen bewonderden de Gfriekse cultuur, en veel van het Griekse wetenschap werd door hen overgenomen. Griekse boeken werden vertaald in het Latijn.
Een van die boeken was ... van Dioscoridus. Deze geleerde heeft
Het einde van de oudheid
Rond 500 kwam er een einde aan het West-Romeinse rijk. Met de val van dat rijk ging veel wetenschappelijke kennis verloren. Gelukkig niet alles. Met name in christelijke kloosters bleven enige boeken bewaard. Zo weten we nog wat de Grieken en Romeinen van zoethout wisten.
Het Oost-Romeinse rijk bleef nog wel lang (tot 1453) bestaan, en daar bleven ook de wetenschappelijke boeken met de kennis over zoethout bewaard.
